Voor ouderbegeleiders & opvoedondersteuners

Voorlichtingsthriller in de ouderkamer

De woensdagse koffie-inloop in de ouderkamer van de school van Tjeerd is populair. Net een kippenhok: een stuk of tien moeders kletsen over werk, school en opvoedblunders. Werk gaat meestal over ergernissen. School gaat meestel over: hoe zeg ik dit tegen de juf?

Tips worden uitgewisseld, soms wordt aangedrongen om er werk van te maken en: ‘Ik ga wel met je mee’. Opvoedblunders zijn anekdotes waarin wij moeders geen schoonheidsprijs verdienen – gepresenteerd met zelfspot en onthaald op zuchten en de uitroep: ‘Oh, dat heb ik ook!’ De opvoedsketch die volgt, past in een cabaretvoorstelling. Verkwikt nemen we nog een slok koffie. (En is er echt iets aan de hand, dan volgt een onderonsje in de gang.) 

Voorlichting over Veilig naar school
In de ouderkamer zijn  ook voorlichtingsbijeenkomsten. Als die beginnen, pakken veel moeders hun boeltje. Ik ook, maar deze woensdag gaat het over Veilig naar school , en Tjeerd wil al tijden zelf naar school fietsen… Er zitten veel moeders met kinderen van zijn leeftijd. Ook zij worstelen met: je kind en jezelf overgeven aan het lot.
De voorlichtster vertelt bij haar powerpointpresentatie dat het stadsverkeer steeds drukker wordt, dat dit niet verandert, en dus moeten kinderen hiermee leren omgaan. Zonder blikken of blozen zegt ze: ‘Het is onze opvoedtaak om onze kinderen voor te bereiden op het drukke stadsverkeer.’ Ze vergeet dat ze tegen moeders praat die dag in dag uit bezig zijn om hun kinderen veilig door het verkeer te loodsen.
De gezellige sfeer is uit de kamer verdwenen.

Gevaarlijke kruispunten 
Het project is gericht op schoolkinderen. Zij helpen ook het lesmateriaal maken, noemen de gevaarlijke plekken tussen thuis en school en die op foto’s staan worden op scholen besproken. Later komt dit lesmateriaal op een website beschikbaar en dan komen wij moeders in beeld: thuis kunnen we met onze kinderen oefenen. 
De plattegrond van onze buurt verschijnt op het scherm met sterren op plekken die volgens de kinderen gevaarlijk zijn. Vind ik die ook gevaarlijk? Kunnen onze kinderen dat al inschatten?
Ik ben niet de enige die zo kijkt. Een moeder die via haar werk meer weet van verkeersbeleid vraagt of ook de blackspots zijn meegenomen. ‘De wat?’ ‘De kruispunten waar in drie jaar tijd minstens zes letselslachtoffers zijn gevallen. En dat kunnen lichte verwondingen zijn, maar ook dodelijke slachtoffers.’ Wordt dat dan bijgehouden? Dat is interessant! Uit eigen ervaring weet ik een paar gevaarlijke punten en de tamtam zorgt voor aanvulling, maar dit is gefundeerde opvoedinformatie!
(Na de voorlichting nog even met deze moeder praten, neem ik me voor.)
Al snel blijkt dat de kinderen enkele blackspots over het hoofd hebben gezien… Doordat  wij ouders deze plekken mijden met onze kinderen? Omdat we onze kinderen leren om via de ‘veiligste route’ naar school te gaan? Voor Tjeerd is dat via het park, en zo ontwijkt hij twee gevaarlijke kruispunten. En omdat andere ouders dat ook doen, kennen onze kinderen waarschijnlijk alleen de minder gevaarlijke verkeerspunten – en daarop borduurt dit project door.
‘Nee, mevrouw’, antwoordt de voorlichtster: ‘de blackspots zijn niet meegenomen. Wij gaan uit van de kinderen.’

Kinderen met oogkleppen
Een stukje film van Veilig Verkeer Nederland laat volgens de voorlichtster duidelijk zien wat onze kinderen wel en niet kunnen. Leerzaam!!! Hersenonderzoek toont aan kinderen tot tien jaar ‘oogkleppen hebben’: een beperkt gezichtsveld en ze kunnen niet goed de snelheid van auto’s inschatten. De oogkleppen verdwijnen vanzelf, maar het schatten verbetert alleen door training.
Wij moeders zijn de hoofdtrainers, dat spreekt voor zich, en we mogen er niet vanuit gaan dat onze kinderen het dan ook weten. Impulsief als ze zijn, vergeten ze wat er met liefde is ingegoten of -gestampt en rennen de straat op, achter een bal aan of naar een vriendinnetje. Auto, fietser of brommer merken ze niet op door hun beperkte gezichtsveld.
In het getoonde fragment wordt binnen een paar minuten vijf, zes keer gesuggereerd dat een kind wordt aangereden. Mijn hoofd denkt: ‘Wat een venijnige montage’ en ‘Dit is niet echt!’ maar in mijn beleving wordt elke keer als de auto te laat remt mijn Tjeerd geschept. En amper bekomen van de ene schok volgt de volgende en de volgende …  De thrillers die ik op televisie zie, vallen in het niets bij dit filmpje. Ziek word ik ervan.
 ‘Zeg, mevrouw, krijgen ook andere weggebruikers dit filmpje te zien?’
De voorlichtster kijkt me glazig aan.
‘Leuk en aardig, mevrouw, dat ik mijn kind moet voorbereiden op het drukke verkeer, maar hoe zit het met automobilisten en jochies op scooters: krijgen die ook deze voorlichting? Waarom wordt dit filmpje geen standaardonderdeel van het rijexamen?’
‘Helaas, dat gaat te ver voor dit project.’ 
Alles behalve verkwikt verlaat ik de ouderkamer met een webadres en een wachtwoord.
Mocht iemand van Veilig Verkeer Nederland deze column lezen: wilt u alstublieft dit schokkende filmpje laten opnemen in het lespakket van alle mensen die hun rijbewijs willen halen?



Parel van Panama,