Het Nederlands Centrum voor Jeugd gezondheid publiceerde een handreiking voor professionals met de titel: ‘Aanslui ten bij ouders van vandaag’ en schrijft in de inleiding: ‘Het blijkt steeds vaker dat effectieve ondersteuning aan jeug digen uitgaat van de eigen kracht en mogelijkheden van kinderen, jongeren en ouders…. de benadering van profes sionals moet ertoe leiden dat ouders en kinderen versterkt worden in hun eigen kracht en mogelijkheden.’ Er valt veel te zeggen over dit citaat: effectieve onder steuning van jeugdigen heeft altijd al gelegen in het versterken van het ouder schap; eigen kracht van ouders is iets an ders dan ouderschap ondersteunen, etc. Maar de redactie beoordeelt het positief dat de heersende opvatting steeds meer wordt dat ouders en hun ouderschap het aangrijpingspunt moet zijn van de jeugd(gezondheids)zorg. Wij willen ook de professionals ondersteunen die dat eigenlijk al lang weten, maar er niet, of onvoldoende, een (theoretisch) kader voor hebben.
Ik was dan ook blij verrast over het artikel van twee verloskundigen in het Tijdschrift voor Verloskundigen. Dit artikel is overge nomen in de rubriek ‘Wat heet (nog) ou derbegeleiding’. ‘De verloskundigen zien een taak in het ondersteunen van goed ouderschap ter primaire preventie van kindermishande ling. Ze doen dit als vanzelfsprekend en op een intuïtieve manier, vaak gebaseerd op persoonlijke ervaring. Zij hebben be hoefte aan meer kennis en vaardigheden, scholing en beleidsmatige ondersteu ning.’ En daar dragen we met dit tijdschrift graag aan bij.
Dat doen we onder andere door onder delen van de ouderschapstheorie uit te werken. Met name de ‘buffers’ die het ou derschap beschermen tegen de hectiek op de dagelijkse werkvloer. In nummer werkten we het onderwerp solidariteit met ouders uit, nu die tussen ouders. Niet alleen professionals nemen ouders de maat, ook ouders onderling doen dat. Iedere ouder kent daar voorbeelden van. Met de artikelen in dit thema wordt van verschillende kanten meer inzicht gege ven over hoe solidariteit werkt of wanneer juist niet.
Ineke Huibregtsen