Visies op ouders in de praktijk (Redactioneel 18/2)
De praktijk is weerbarstig én biedt ons daarmee kansen om ons inzicht in ouderschap te verbreden en verdiepen. Dat vindt u terug in dit nummer van Ouderschapskennis. De auteurs laten, ieder vanuit hun eigen perspectief en ervaring, zien hoe zij werken met ouders en/of denken over ouderschap en op welke wijze ouderschapstheorie in hun praktijk doorwerkt.
Het eerste artikel is van de hand van Alice van der Pas.
Zij reageert op de flink herziene druk van het Handboek Systeemtherapie. Het viel haar op dat ook in deze versie partnerrelatietherapeuten wegkijken van die belangrijke activiteit van het gros van hun cliënten: kinderen grootbrengen. Van der Pas vraagt opnieuw aandacht voor het destructieve effect van verwaarloosde opvoedproblemen op de partnerrelatie.
Annemieke Huizinga beschouwt vanuit het onderwijs de vraag: ‘hoe kijken wij in het onderwijs naar ouders’? Zij schrijft: ‘Het lijkt of aan onze school een ophaalbrug vastzit. Als wij hem naar beneden doen mogen ouders binnenkomen, maar soms halen wij de brug op. Dan willen we even niet in gesprek; dan vragen we of ze een afspraak willen maken’.
In dit artikel blijkt al dat het niet alleen gaat over wat individuele hulpverleners of onderwijzers van ouders vinden, maar ook hoe de organisatie daarvan een reflectie is.
Wim Goossens gaat daar verder op in. Hij legt een relatie tussen de oudergerichte organisatie, de ouderschapstheorie en de methodiek ouderbegeleiding. Daarbij geeft hij aan hoe vanuit de ouderschapstheorie – met name vanuit de uitgangspunten: ‘de ouder is consultvrager èn opdrachtgever’– betekenis kan worden gegeven aan de invulling van de relatie tussen ouders en de organisatie.
In de pleegzorg is het aantal afgebroken plaatsingen al jaren een grote zorg, en terecht: het beschadigt kinderen, ouders en pleegouders. Gé Haans en Danielle Ooms lichten toe hoe de ouderbegeleidingsmethodiek die zij ontwikkelde, de ouders ondersteunt bij het hervinden van hun positie wanneer zij niet meer de opvoedende ouders zijn van hun kind, omdat dat langdurig in een pleeggezin is geplaatst, en hoe ouderbegeleiding bijdraagt aan het slagingskans van de pleegzorgplaatsing.
Een van de boodschappen die dit tijdschrift telkens opnieuw probeert te geven is dat opvoeder zijn niet moet worden gelijk getrokken met ouder zijn. Ouderschap is een ander concept. Margreth Hoek interviewde een moeder die een zoon met autisme groot brengt. Ouderschap wordt vaak gezien als rol of taak, maar Hoek presenteert ouderschap als een identiteit. Een kind willen krijgen, zwanger zijn, de geboorte, een kind helpen opgroeien: ouderschap bepaalt iemands leven en heeft invloed op hoe iemand zichzelf ziet en wat hij of zij belangrijk en waardevol vindt. Via diepte-interviews probeert Hoek te achterhalen wat ouderschap voor hen betekent.
Ook in de vaste rubrieken: Kolom, Ouders in Beeld, Alledaags Ouderschap en de recensies komen bovenstaande thema’s terug.
De redactie neemt afscheid van Margreth Hoek die sinds de tiende jaargang bij de redactie betrokken is en vele artikelen heeft geschreven. Zo stond zij aan de basis van alle thema’s over de ‘buffers’ uit de ouderschapstheorie.
Recent verscheen bij SWP een bundel met een deel van deze artikelen onder redactie van Margreth Hoek en Hanneke Miley. Deze artikelen zijn te benoemen als ‘klassiekers’ die ouderschapstheorie verbinden met de praktijk.
Margreth heeft met haar bijdrage een stevig stempel gedrukt op de doorontwikkeling van de ouderschapstheorie. Haar kritische vragen en heldere inzichten zullen we missen in de redactie.
Dank Margreth!