Voor ouderbegeleiders & opvoedondersteuners

Stut en steun
(redactioneel 22/2)

Welke steun is nuttig voor ouders, zowel informeel als professioneel? Hoevéél stut en steun is er eigenlijk nodig? Verlicht steun het ouderschap? Of is het een (niet zo) verkapte pedagogische coup om ouders te ‘verbeteren’? Mogen ouders ook nog aanmodderen? Hoe lang? Wie bepaalt eigenlijk of en wanneer ouders hulp krijgen? En waarom willen veel ouders van geen hulp of steun weten, is dat een taalkundige kwestie of gaat het over het gevoel te falen als je ‘het’ niet alleen aankunt? Hoe verhoudt zich dat dan tot de preventiegedachte en vroeghulp?
Stut en steun <br>(redactioneel 22/2)

‘In dubio abstine of in dubiis abstine’ (bij twijfel doe je niets) is het credo in de medische wereld. Maar in de jeugdhulpsector doen we vaak juist het omgekeerde. Welke gedachte zit daarachter? Denken we nog wel dat ouders hun kroost zélf groot kunnen krijgen? Welk signaal geven we als professionals af met die rijstebrijberg aan opvoedboeken, het groeiende aanbod voor opvoedondersteuning, het altijd dreigende meldcodeprotocol en als klap op de vuurpijl binnenkort ook een kwetsbaarheidsatlas?

Hoe faciliteer je ouders om hun werk goed te doen en hoe is dat te rijmen met de opdrachten die we als samenleving bij gezinnen over de schutting gooien? Als de vierdaagse schoolweek in het basisonderwijs werkelijkheid wordt, omdat er structureel te weinig leerkrachten zijn en ouders een dag thuis les moeten geven, mogen (moeten?) ze dan ook op een cursus didactiek? En komt er dan een compensatie voor gederfde inkomsten? En zou die dan niet ook moeten gelden voor ouders van zorgintensieve kinderen, die noodgedwongen minder uren werken om het thuis te kunnen bolwerken?

Door wie of wat voel jij je gesteund als ouder? De ervaring leert dat het vaak gaat over gezien en bemoedigd worden. Met kleine alledaagse dingen zoals een hartelijk knikje van de buurvrouw als je je krijsende kind in het fietsstoeltje van de redactie wurmt, of iemand die je liefdevol zwijgend een kopje koffie aanreikt als je al uren aan het ziekenhuisbed van je jongste zit, als je vanuit de gevangenis mag skypen op de verjaardag van je kind, het ‘hou vol, ik denk aan je’-appje van een vriendin, je baas die je vroeger naar huis stuurt om bij je zieke/jarige/geslaagde kind te kunnen zijn – en ook het nieuwe betaalde ouderschapsverlof, de dubbele kinderbijslag, de veilige rubbertegels in het buurtspeeltuintje.

Stutten en steunen, je gezinssituatie hoeft er niet problematisch voor te zijn en tegelijkertijd geen problematische gezinssituatie of er is wel iets ‘normaals’ te vinden. Als je dat ziet, dan kom je een heel eind.

Meer lezen? Geïnteresseerd in Ouderschapskennis? Neem dan nu een abonnement!

Janneke van Bockel

Hoofdredacteur Ouderschapskennis
Ouderschapsdeskundige, schrijver en eigenaar van MetaMama
Mail: info@metamama.nl