Voor ouderbegeleiders & opvoedondersteuners

Samenwerken
(redactioneel 21/2)

Laatst zag ik in UMC Utrecht reclameposter hangen waarop de patiënt en zijn ouder wordt voorgesteld als specialist en de hulpverlener als expert. Het zal goed bedoeld zijn, maar ik begrijp de boodschap eigenlijk niet. Bedoelen ze dat het gaat om een gelijkwaardig contact? Daarover kunnen we discussiëren, maar het is sowieso zelden gelijkVaardig. Zullen we dat niet met de mantel der liefde bedekken en het daar open en bloot over hebben? Dat is nodig, vooral met het oog op de ‘shared decision’-trend.
Samenwerken<br>(redactioneel 21/2)

In sommige opvattingen legt de hulpverlener daarbij de situatie uit en schetst de (on)mogelijkheden om vervolgens aan de patiënt (of ouders) te vragen wat het gewenste scenario is. Over de illusie van maakbaarheid gesproken. Stel dat je kind verschrikkelijk ziek is. In die tollende achtbaan vol onzekerheid legt de arts je verschillende opties voor behandeling voor. Voel je je bekwaam om daarover beslissingen te nemen? Voel je je in goede handen als die beslissing bij jou wordt neergelegd? En als doorbehandelen volgens de artsen geen optie (meer) is, kun je dan van ouders verwachten dat ze die knoop doorhakken? Atul Gawande schrijft in zijn boek Sterfelijk zijn over een artikel waarin twee medische ethici (Ezekiel en Linda Emanuel) de paternalistische relatie (de dokter beslist) en de informerende relatie (de patiënt beslist) beschrijven. Beide rollen sluiten eigenlijk niet aan op wat mensen willen. Ze voegen er daarom de interpretatieve relatie aan toe. ‘In deze rol helpt de dokter patiënten te bepalen wat ze willen. Interpretatieve dokters vragen: ‘Wat is het belangrijkste voor je? Waar maak je je zorgen over? Vervolgens vertellen ze je op grond van je antwoorden over de verschillende mogelijkheden en wat je het beste zal helpen om je doelen te bereiken.’ Ze benadrukken bovendien dat je als professional verder moet gaan dan alleen het interpreteren van wensen. Wensen zijn veranderlijk en er zijn verschillen tussen kortetermijndoelen en verlangens voor de lange termijn. En al mag je het bijna niet meer zeggen in deze tijd van ‘eigen regie’: wat mensen wensen, is niet altijd wat het beste voor hen is.

 

Het is goed om, ondanks alle goedbedoelende beleidstaal als ‘gezin centraal’ en ‘eigen kracht’, oog te hebben voor de kwetsbaarheid van ouders die zo dapper zijn om hulp in te roepen. Jij bent de voorbijganger en de ouders blijven. Zij zijn dus uiteindelijk eindverantwoordelijk. Het is een gotspe om te suggereren dat er voor alles een oplossing te bedenken is, of dat de professional de wijsheid in pacht heeft. Hulp, opgedrongen of vrijwillig, roept weerstand op omdat dit nu eenmaal normaal is bij veranderingsprocessen. Dat er soms verrassende keuzes gemaakt worden, of onooglijke ieniemienie-stapjes die niet stroken met wat in jouw ogen en met jouw kennis en ervaring wijsheid lijkt, is bovendien inherent aan het werk als je echt náást ouders durft te gaan staan in plaats van het roer over te nemen en bij te sturen. In de rubriek Opgetekend verzucht een moeder: ‘Ik zou zó graag eens een hulpverlener treffen die zegt: “Meid, ik weet het ook niet allemaal.”’ Het motiveert mij om telkens weer van mijn voetstuk af te stappen, óók – of misschien wel juist – als ik er door de ouders zelf opgezet ben.

 

Meer lezen? Geïnteresseerd in Ouderschapskennis? Neem dan nu een abonnement!

 

Janneke van Bockel

Hoofdredacteur Ouderschapskennis
Ouderschapsdeskundige, schrijver en eigenaar van MetaMama
Mail: info@metamama.nl