Voor ouderbegeleiders & opvoedondersteuners

Recensie 'Henny, het zit best wel tegen'

Fotoboek door Michel Szulc-Krzyzanowski en tekst van Marjon Bolwijn | Eindhoven, Uitgeverij Lecturis | ISBN 9789070108861 | 132 pagina's | Recensie door Margreth Hoek

Het fotoboek ’Henny, Het zit best wel tegen…’ is het zesde nummer van een serie over het leven van de nu 52-jarige Henny Arendse. Fotograaf Michel Szulc-Krzyzanowski volgde opnieuw, een jaar lang, Henny’s leven. Hij doet dit sinds hij tijdens een foto-opdracht in een koekjesfabriek Henny als zestienjarige leerde kennen. De laatste keer was tien jaar geleden. Bij het doorbladeren van elk fotoboek over haar leven hoort de uitspraak van de zestienjarige Henny: ‘Wie wordt geboren voor een dubbeltje, wordt nooit een kwartje.’ Dit wil niet zeggen dat Henny de moed laat zakken. Ze is een slimme, oprechte en optimistische vrouw die met veel energie alle tegenslagen in haar leven te lijf gaat. In het fotoboek vertelt journaliste Marjon Bolwijn in het kort het verhaal vanuit Henny’s perspectief.

Vooraf heeft Henny alle foto’s en teksten ingezien. Niets gebeurt zonder overleg met haar. Het fotoboek toont het dagelijks reilen en zeilen van wat door veel mensen zal worden bestempeld als een probleemgezin. De bemoeizucht die gepaard gaat met dit stempel, zint Henny niet. Zij is niet op haar mondje gevallen en weet zelf wel wat goed is voor haar kinderen. Henny’s verhaal toont haar kwetsbaarheid als ouder en roept de vraag op wat hulpverlening voor haar gezin zou kunnen betekenen.

 

Henny en de liefde voor Arie

Henny (52) houdt van haar tweede man Arie (46) ondanks wat er is gebeurd. Arie nam vier jaar geleden ontslag, raakte in de problemen en aan de alcohol. Henny zag hem steeds verder afglijden en de jeugdhulpverlening dreigt met een uithuisplaatsing van hun jongste kinderen: Charlotte en Willem. Henny was het met Jeugdzorg eens dat ze hulp nodig hadden, maar kinderen weghalen is volgens haar geen oplossing voor een drinkende vader. Jeugdzorg stelde Henny voor de keuze: of de kinderen het huis uit of Arie. “Wat een lef om zoiets te eisen”, zegt ze hierover en natuurlijk koos ze voor de kinderen. Een jaar na het ontslag van Arie zet Henny hem het huis uit. Officieel zijn ze nu uit elkaar, maar ze zijn onafscheidelijk en samen zorgen ze voor de kinderen. Arie drinkt nog steeds. Op spaarzame goeie dagen is hij een werkpaard, maar meestal is hij een zorgenkind. Henny is bang dat hij zich dood drinkt en ze zou hem het liefst veilig in haar broekzak stoppen. Op papier heeft de jeugdhulpverlening diep ingegrepen in deze gezinssituatie, maar in de dagelijkse praktijk krijgen ze er geen greep op.  

Henny: “Wij zijn een sterke eenheid. Ondanks alle problemen in ons gezin kan niemand tussen ons komen. De saamhorigheid is groot, niemand krijgt ons kapot.”

 

Henny’s schatten

Henny heeft zes kinderen, vijf jongens en een meisje, en allemaal hebben ze een gebruiksaanwijzing.
Pascal (31) haar oudste, is een kind uit haar eerste huwelijk.  
Hij heeft ADHD, en komt regelmatig over de vloer. Hij leeft sinds kort gescheiden van zijn vrouw en zijn twee kinderen en woont op kamers om de hoek van het ouderlijke huis. Pascal heeft een zwakke rug, zit in de ziektewet en probeert via een reïntegratiebureau weer aan het werk te komen.
Patrick (28) de jongste uit het eerste huwelijk is na een mislukt liefdesavontuur teruggekeerd en woont in een uitbouw in de tuin. Hij heeft een chronische nierziekte en zou volgens de artsen niet ouder worden dan zeven. Patrick is afgekeurd en wietverslaafd.  Volgens Henny heeft hij geen doel in het leven. Hij heeft twee krantenwijken, kweekt zijn eigen wiet, doet boodschappen en kookt, samen met Arie, voor het gezin.

Hij is de back-up van dit gezin: omdat Henny altijd voor hem heeft gezorgd, zorgt hij nu voor hen.
Daany (19), de oudste zoon van Arie en Henny, is zwaar autistisch. Hij heeft een praktijkschooldiploma, maar houdt baantjes niet lang vol.  Hij is afgekeurd en brengt de dagen grotendeels door op zijn kale kamer met: actie- en horrorfilms, gewelddadige videogames en krachtoefeningen. De jeugdhulpverlening wil dat Daany onder begeleiding zelfstandig gaat wonen, maar hij wil niet en doet niet open wanneer de hulpverlening aanbelt. Henny probeert al zeven jaar een training sociale vaardigheden voor hem te krijgen. Ze kijken welke sport geschikt is voor Danny, ‘dan komt hij in contact met anderen en krijgt hij ook een uitlaatklep voor zijn agressie’.
Thomas (18) – als enige zonder ‘etiket’ - volgt een Mbo-opleiding tot timmerman en is uithuizig. Hij verblijft het grootste deel van de tijd bij zijn vriendinnetje: Miranda. Henny maakt zich zorgen om hem: hij gaat te laat naar bed en Miranda zou te veel invloed op hem hebben.
Charlotte (16) zit in de vierde klas van het speciaal onderwijs. Ze heeft wel capaciteiten want ze haalt hoge cijfers terwijl ze volgens Henny weinig doet, en eigenlijk zou ze dus naar een gewone school kunnen. Charlottes toekomstdroom is een eigen tatoeageshop, maar ze maakt zich zorgen of dit gaat lukken: de hiervoor noodzakelijke academische tekenopleiding is voor haar niet weggelegd. Charlotte is een mooie meid en heeft een grote mond. Haar broers beschermen haar opdat ze niet met de verkeerde jongens in aanraking komt.
Willem (16) wil kok worden, maar kan zich door ADHD moeilijk concentreren. De maatschappelijk werkster die al tien jaar in het gezin komt, begeleidt hem bij zijn huiswerk. Volgens Henny redt hij het wel want hij is net zo’n harde werker als zijzelf. Willem is doelgericht: naast school gaat hij naar voetbal, brengt folders rond, en werkt op zaterdag en in vakanties bij een komkommerboer. Hij weet precies wat hij kopen wil van zijn verdiende geld.
 

Gezinsleven onder druk

Henny heeft er zelf voor gekozen om zes kinderen te krijgen die haar grootste schat zijn. Maar ze heeft er niet voor gekozen déze kinderen te krijgen. ‘Makkelijk zijn ze niet’, aldus Henny.

Zij leven met zijn zevenen, twee honden en een kat in een woonkamer van vier bij zes meter. En eigenlijk wonen ze met zijn achten want Pascal komt sinds zijn scheiding veel over de vloer.
In en om het huis is het een troep. De mannen zien de rotzooi niet en Henny heeft tijdgebrek: met drie kleine banen werkt ze zich suf. Samen met Patrick heeft ze drie krantenwijken waarvan de hypotheek wordt betaald. Behalve krantenbezorgster, is ze schoonmaakster en gastvrouw in een theater. Ze geniet van haar werk.
Naast tijd- heeft Henny ook geldgebrek. Het wordt steeds moeilijker om met het weinige geld rond te komen, al is het een sport om folders uit te pluizen op aanbiedingen en elke dag een betaalbare maaltijd op tafel te zetten. Geld voor uitjes ontbreekt. De kinderen worden groter en willen geen tweede handskleding meer. Met kerst ligt de vloer rond de boom bezaaid met vooral praktische cadeaus.
Henny is de hele dag in touw. Nadat ze in alle vroegte kranten heeft rondgebracht en de honden uitgelaten, begint ze met haar schoonmaakbaan en met haar mobiel bestiert ze op afstand de gezinsleden. Ze belt de bijna volwassen kinderen één voor één uit bed, zorgt met een volgend telefoontje dat ze ontbijten en hun medicijnen slikken. Volgens Henny is het nodig om er boven op te zitten, anders doen ze het niet.
De kinderen laten meedraaien in het gezinsleven, dat valt niet mee. Als ze thuis komen, gooien ze hun tassen op de grond en ploffen ze moe op de bank. Henny snapt dat wel en noemt het haar fout dat ze hen niet heeft bijgebracht hun spullen op te ruimen. De kinderen hebben wel ieder een taak, maar ook hier is aansturing van Henny nodig. Zoals gezegd: Arie en Patrick zorgen voor het eten en om 18 uur zit het hele gezin aan tafel.  
Henny kookt niet, daar heeft ze een gruwelijke hekel aan. Ze bepaalt wel wat er wordt gegeten: de ene dag aardappelen of rijst met vlees en groente, de andere dag iets makkelijks zoals soep met brood of patat.

Henny staat er alleen voor

Al lezend en foto’s bekijkend vraag je je af wat Henny haar ‘goede ouder’-ervaringen zijn. Ze heeft het niet makkelijk, maar het lukt haar om haar kinderen een warm nest te bieden. Haar zoons keren na een mislukte relatie terug op het ouderlijke nest en een ander wil niet op zichzelf gaan wonen. De kinderen zijn betrokken op elkaar, zwerven niet rond en elke avond eten ze samen. Maar in huishouden en grootbrengen stond en staat Henny er grotendeels alleen voor.

Het boek illustreert hoe zorgenkinderen en problemen de taakverdeling tussen ouders ontregelt. In dit geval ligt de last vooral bij Henny. Zij heeft niet veel te verwachten van Arie. Hij is niet alleen alcoholist, maar heeft ook een andere mentaliteit. Henny zit overal bovenop, en Arie die ziet wel. In goede tijden vormt hij wel een fijn tegenwicht voor Henny,. Arie is met zijn alcoholisme een onbetrouwbare partner en ouder geworden. Eigenlijk is Patrick (28) de jongste uit haar eerst huwelijk de enige die haar echt helpt: met de krantenwijk, met de boodschappen, het koken. En als Henny er niet is, is hij de back-up van dit gezin.
 

Hulpverlening helpt volgens Henny weinig

Het gezin krijgt hulp, maar volgens Henny helpt dit niks. Ze is van Arie gescheiden, maar hij woont nog gewoon in huis. Arie heeft een therapeut om van zijn verslaving af te komen, maar de klik ontbreekt. Zelf heeft ze afgeleerd Arie’s hulpverlener te zijn, het helpt toch niet. Daany (19) doet niet open voor de jeugdhulpverlening. Henny is niet blij met een telefoontje van een leraar als Charlotte alleen maar een milkshake heeft gedronken tijdens de lunch: ’Waar bemoeien ze zich mee?’ De enige die van de geboden steun lijkt te profiteren is de hardwerkende en doelgerichte Willem (16). De maatschappelijk werkster die al tien jaar in het gezin komt, begeleidt hem bij zijn huiswerk.
Henny vertelt dat hulpverleners weinig voeten aan de grond hebben gekregen. Dat is één kant van het verhaal en hulpverleners kunnen daar zeker een ander tegenover zetten, maar het geheel illustreert de moeizame relatie tussen hulpverleners en een krachtige vrouw die hulp vraagt. Henny weet wat goed is voor haar kinderen en heeft eigen ideeën over welke hulp wenselijk is. Ze heeft hoge verwachtingen van wat hulpverlening voor haar kinderen zou kunnen betekenen. Tegelijk heeft ze er weinig vertrouwen in want tot nu toe kreeg ze andere hulp dan ze vroeg, of die niet hielp.

Het is de vraag wat je als hulpverlener kan bereiken in dit gezin. In de marge blijven steunen lijkt het hoogst haalbare.

 

De afnemende kracht van Henny

Henny presenteert zich als een krachtige vrouw, maar haar verhaal is doordrenkt met angst voor de (boze) buitenwereld: vriendinnen die haar zonen verstikken, jeugdzorg die het lef heeft om een scheiding te eisen, en geen greep krijgt op de meeste gezinsleden. De welvaartsstaat die kinderen afkeurt, hun een uitkering geeft en hun levensdoel ontneemt. Hulpverleners die boekenkennis hebben over budgetteren.

Ze is bang voor misbruik van haar twee jongste kinderen wanneer die uit huis zouden worden geplaatst.

Haar dochter is een mooie meid dus passen ze goed op haar.

Henny’s gezin vormt zo een hechte maar geïsoleerde groep met weinig connecties in de buitenwereld. Samen zijn ze sterk, maar ook zeer kwetsbaar. Hoe zal het verder gaan met het gezin dat vooral draait op haar kracht. Henny wordt oud, grijs en moe. Haar heup is versleten en het herstel van de operatie duurt geen zes weken maar een paar maanden.

De ondertitel van dit boek: ‘Het zit best wel tegen’, slaat op dit moeizame herstel waarbij Henny afhankelijk is en niet langer haar gezin kan bestieren.

Maar die titel is moeiteloos op het hele gezinsleven te betrekken. Het is de vraag wat Henny nog te wachten staat. Is deze heupoperatie het begin is van een levensfase met steeds meer lichamelijke klachten en minder mogelijkheden? Hoeveel van haar kinderen zullen het nest verlaten en echt voor zichzelf kunnen zorgen? Of keren ze net als hun halfbroers na een mislukt liefdesavontuur terug in het warme ouderlijke nest? De Nederlandse verzorgingsstaat wordt kariger. Het is dan ook de vraag of haar (zorgen)kinderen aanspraak kunnen blijven maken op inkomensvoorzieningen. In de zorg wordt een omslag gemaakt naar het versterken van de eigen kracht en het nemen van eigen verantwoordelijkheid voordat je hulp of steun krijgt.

‘Een kwartje worden’, behoort dan niet meer tot de mogelijkheden.

Ik ben somber gestemd maar de foto's en het verhaal van Henny hebben niet die toon. Energie en het positivisme van Henny voeren de boventoon. Je kunt de teksten lezen en de foto’s bekijken zonder ingezogen te worden in de problemen. Onaangedaan kun je het boek naast je neerleggen. Ik wens Henny en haar gezin meer toe dan een publiek dat na een oppervlakkige blik doorgaat met het eigen leven.