Een bijdrage van Marije Hofland. Haar boek Een intense reis verschijnt deze maand. Voor het boek putte zij uit eigen ervaring.
Volgens het rapport Thuiszitters Tellen van Oudervereniging Balans zijn er in Nederland ongeveer 15.000 thuiszitters. Dit is veel meer dan het officiële aantal van 4.000 waar de overheid mee rekent. Uit diverse inventarisaties blijkt bovendien dat binnen deze groep thuiszitters het percentage hoogbegaafde kinderen binnen deze groep uitzonderlijk hoog is. Volgens sommige bronnen vormen hoogbegaafde kinderen zelfs de grootste groep onder de thuiszitters in Nederland.
Waarom is dit percentage zo ontzettend hoog?
Maar hoe komt dit nu? Waarom is dit percentage zo ontzettend hoog? Het is onze ervaring dat het merendeel van de leraren echt de wil heeft om de kinderen te bieden wat ze nodig hebben. De betrokkenheid bij het welzijn van onze zoon was hoog en iedereen op school wilde het laten slagen. Waarom lukt het dan toch niet? Als er zoveel goede wil is?
Aantal redenen
Naar mijn mening zijn hier een aantal redenen voor. De kennis op het gebied van hoogbegaafdheid is onder zowel ouders als leerkrachten te laag. Al van jongs af aan ontwikkelde ons zoontje zich cognitief in een snel tempo en werd er gezien dat hij wat dat betreft voor liep op leeftijdsgenootjes. Op andere vlakken liep hij echter gelijk of achter en dit werd ervaren als een niet-passend beeld – zowel door ons als ouders als door leerkrachten en niet-gespecialiseerde hulpverleners. Dat deze asynchrone ontwikkeling en bepaalde zijnskenmerken en intensiteiten hóórden bij hoogbegaafdheid, daar was niemand – ook wij als ouders niet – zich bewust van. Doordat de focus bij iedereen verkeerd lag, werd onze reis een opeenvolging van niet-passend onderwijs, niet-passende hulpverlening en niet-passende focus door ons als ouders. Hierdoor werd het zelfbeeld van ons zoontje steeds slechter. “Als niets helpt, dan móet er wel iets mis met míj zijn….”
‘Op een cursus Spaans’
Het volgende punt is dat er te weinig bewustwording is van het feit dat hoogbegaafde kinderen – net als kinderen aan de andere kant van het spectrum – vaak meer zorg op school nodig hebben. Er is een beeld dat deze kinderen zichzelf wel kunnen redden, maar niets is minder waar. Door de oud-directeur van onze basisschool werd geroepen “We hebben echt wel kennis van HB – maar deze kinderen zet je normaal gesproken in een hoek met een cursus Spaans…” Op ons verzoek om in iedere geval te compacten en verrijken werd aangegeven dat “Ze daar best toe in staat waren als het één vak betrof, maar dat onze zoon op álle vakken voorliep en dat het dan een apart lesprogramma zou worden.” Dit was niet haalbaar voor de leerkracht. Het is dus belangrijk dat er – ook binnen het reguliere onderwijs – voldoende structurele ondersteuning is voor deze kinderen, ze een passend lesprogramma krijgen en er voldoende kennis aanwezig is bij de leerkrachten. Het punt ‘structureel’ wil ik hierbij ook extra benadrukken. We hebben vaak ervaren dat extra ondersteuning en uitdaging vaak voor 1 jaar geboden werd. Daarna werd ervan uitgegaan dat het probleem opgelost zou zijn of was er geen overdracht tussen leerkrachten, waardoor de strijd weer van vooraf aan begon. Maar een kind blijft hoogbegaafd en dat betekent dat er nog steeds aanpassingen binnen het onderwijs geboden dienen te worden.
Aderlating voor maatschappij
Een hoogbegaafde leerling hoeft geen zorgleerling te zijn, maar heeft wel altijd zorg nodig! Zonder deze zorg worden veel hoogbegaafden het kind van de rekening. Ze worden een van de vele thuiszitters of een van de 84% hoogbegaafden die een diploma haalt onder zijn of haar niveau. Verschrikkelijk voor het kind en een aderlating voor onze maatschappij!
Bestel hier alvast Een intense reis en reis mee door de wereld van hoogbegaafdheid, intensiteit en schooltrauma. Het boek is vanaf volgende week leverbaar.