Aan het eind van het eerste gesprek formuleerden Beau en haar ouders hun doel: ‘Het lukt ons om op een rustige manier met elkaar te praten.’ Dat is wat ze samen graag willen en waarin ze alle drie iets kunnen bijdragen.
Intensief uurtje voor Beau en haar ouders
Om inzicht te krijgen in de manier waarop de gezinsleden met hun eigen emoties omgaan, introduceer ik de ‘emotiemeter’ uit het boek Druk en dromerig. Ik vraag hen te noemen wanneer zij zich prettig voelen en wat hen blij maakt (groene fase). Waar ouders moeten nadenken, weet Beau het al: ‘Van voetbal, op de trampo met Seline en shoppen.’ Nadat ouders verteld hebben wat hen blij maakt, gaan we door naar de rode fase (boos). Ik zie Beau aandachtig luisteren naar wat haar vader boos maakt, wat hij voelt in zijn lichaam en wat hij dan doet. ‘Dat gaat bij mij precies zo!’ roept het meisje uit. ‘Bij mij is de boosheid er ook opeens en ik begin ook meteen te schreeuwen.’ ‘Precies’, reageer ik glimlachend. ‘Daarom zoemen we nu in op de oranje fase. In oranje kan je namelijk vaak nog nadenken en je gedrag sturen.’ Het wordt een intensief uurtje voor Beau en haar ouders, waarin het hen lukt om naar elkaar te luisteren en, héél belangrijk, samen lol te hebben!"
* Uit de beroepspraktijk, een ervaring van auteur Jacqueline van de Sande. Onder andere werkzaam als POH GGZ-Jeugd.