Na vier weken vakantie buig ik me samen met mijn collega over de inhoud van de lessen voor de minor ouderschap en ouderbegeleiding die volgende week van start gaan. We zijn bijgetankt en vastbesloten om deze nieuwe club studenten tijdens onze minor een oudervriendelijke bril op te zetten.
Buiten is het 30 graden. Ondanks de airco vervolgen we met enigszins verhitte hoofden ons gesprek. 'De verantwoordelijkheid voor een goede samenwerking ligt primair bij de professional. Waarom is het zo moeilijk om je een beetje solidair op te stellen naar ouders toe?' Wij geven over dit onderwerp al een tijdlang les en hebben er inmiddels best wat over gelezen. Maar dat doet niets af aan het feit dat wij dit in elk geval allemaal geen hogere wiskunde vinden.
We zuchten en tikken driftig verder. Even zijn we afgeleid. Langs onze tafel loopt een collega. Op haar zij draagt ze een jongetje en naast haar huppelt een uitgelaten uitgelaten meisje. De kinderen maken een hoop kabaal. 'Nog een paar dagen en dan kunnen ze wer lekker naar school,' zegt ze op verontschuldigende toon tegen ons. 'Ja, lekker hoor!', lachten we haar toe.
Zodra we zeker weten dat onze collega buiten gehoorafstand is, zeggen we tegen elkaar: 'Neemt ze nu alwéér haar kinderen mee naar het werk? En waarom draagt ze dat jochie? HIj kan toch best zelf lopen? Zo klein is hij nu ook weer niet.'
We kijken elkaar aan. Ik open mijn mond, maar sluit hem weer. Dan schieten we tegelijkertijd in de lach. Wat erg dit! Hopelijk is er voor ons nog een plekje vrij in de minor volgende week. Wij kunnen wel een lesje gebruiken.
Maartje van Amsterdam is docent Social Work Hogeschool Leiden, trainer, gezinsbegeleider.
Mail: amsterdam.m@hsleiden.nl