Voor ouderbegeleiders & opvoedondersteuners

30 oktober 2010 Helpt het Centrum voor Jeugd en Gezin?

In bijna alle gemeenten is het afgelopen jaar een Centrum voor Jeugd en Gezin geopend. Er is een website en er is meestal ook een gebouw. Het CJG moet ouders en kinderen ondersteunen bij ‘opvoeden en opgroeien’ , zij kunnen er terecht voor ‘ kleine en grote vragen’. Het zijn zinnen die overal gehoord kunnen worden. Ik vind het een interessante ontwikkeling én het heeft veel haken en ogen.

Interessant is dat we weer terugkeren naar integrale, laagdrempelige kennis over ouders en kinderen. Waar deze kennis de afgelopen decennia gecentraliseerd is en verspreid over verschillende instellingen.

Interessant is dat het CJG ook ten doel heeft om opvoedingsvragen ‘gewoner’ te maken, het is heel normaal als je het als ouder even niet meer weet.

Gaat het CJG echt op die manier werken? Ik noem drie voorbeelden:

 Vraag je je af of je je kind wel goed aanpakt? Hij eet zijn groentenhapje niet, slaapt slecht, schopt andere kinderen, wordt gepest op school, gaat te veel en te laat uit? Dan kan je nu al in veel gemeenten terecht bij het opvoedspreekuur, de jeugdgezondheidszorg, het maatschappelijk werk, of gewoon surfen op het internet. Veel ouders hebben echter schroom om dat te doen: de gedachte is toch gauw dat je als ouder faalt als er iets niet goed is met je kind. Veel leed kan voorkomen worden als het normaler zou zijn om je twijfel en onzekerheid als ouder te tonen.

Gaat het CJG dat veranderen? Het antwoord ligt bij ons allemaal: voelen we ons aangesproken met de boodschap dat we kleine en grote vragen mogen stellen? Ben je al bekend met het CJG in jouw gemeente? Zo nee, ga dan eens op onderzoek uit, de kans is groot dat het adres van de website in jouw gemeente is:  www.cjg[naamgemeente].nl  en beantwoord de vraag of je je aangesproken voelt, of je een vraag zou stellen en of je het CJG binnen zou lopen voor een afspraak.  

Maak je je als ouder zorgen over je kind? Vraag je je af of zijn gedrag nu komt doordat jij iets fout doet, of omdat je kind iets mankeert? Dan kan je rekenen op een lange weg langs de huisarts, bureau jeugdzorg, de jeugd-ggz, het speciaal onderwijs voordat je weet wat er aan de hand is en wat de beste aanpak is.

Gaat het CJG dat veranderen? Nu nog niet, maar er zijn kansen: zeker nu de jeugdzorg naar de gemeenten komt moet het toch mogelijk zijn om de diagnostische kennis van de geindiceerde jeugdzorg toe te voegen aan het CJG. Dat je als ouder met je kind een dag langskomt, tijdens die dag kind-en ouderdeskundigen zich over je vragen buigen en dat aan het eind van de dag een (voorlopige) conclusie en plan van aanpak klaar is?

Ben je een ouder met een psychiatrisch probleem en heb je een kind met autisme? Dan ben je gegarandeerd klant van tenminste 3 instellingen (volwassen-GGZ, jeugd-ggz en Bureau Jeugdzorg) die niet of nauwelijks met elkaar praten, laat staan een gezamenlijk plan uitvoeren. Waarschijnlijk heb je ook de beschikking over een of twee persoonsgebonden budgetten voor je kind en moet je er voor zorgen dat je iedere cent van dat budget op de juiste wijze verantwoord. Leiden deze problemen ook tot werkeloosheid en schulden dan ben je helemaal in de aap gelogeerd: je hebt heel wat vaardigheden nodig om dat te kunnen regisseren als ouder!

Gaat het CJG dat veranderen? Het CJG wil niet het imago hebben dat het voor ‘zware’  problematiek bedoeld is. Velen zijn bezorgd dat het CJG straks hetzelfde imago krijgt als Bureau Jeugdzorg: als je daar terecht komt is het goed fout. Opvallend is echter dat veel tijd en energie in de CJG vorming juist gaat zitten in de aanpak van multiprobleem gezinnen: de roep op zorgcoördinatie en ‘ doorzettingsmacht’ is groot. En hier en daar zie ik ook veelbelovende ontwikkellingen.

Ineke Huibregtsen

hoofdredacteur